zaterdag 25 februari 2017

Even iets moois nr. 275 - van Futen en Klauwieren

De vogelvrije vrijdag voerde ons naar Noord-Holland. Gedachte was iets vast te leggen van de futenbalts, vervolgens op audiëntie te gaan bij de Bruine Klauwier en dan nog even te kijken of de Wisent zich zou willen laten zien. Dan heb je in één keer het allermooiste dat Noord-Holland heeft te bieden...





Tja, de balts van de Fuut. Een wonderbaarlijk schouwspel van elkaar verkennen, bezien of het klikt, een stapje verder, lieve dingetjes doen en later samen een nest bouwen. De baltsperiode is nog maar net begonnen; het hoogtepunt moet nog komen.





In Futenland woedt eigenlijk een soort verkiezingsstrijd. En net als in ons eigen land kan dat zomaar discussie opleveren. Wie is de beste? Wie heeft de grootste? Wie belooft het meeste? Wie kijkt en lijkt het eerlijkst? Net als in de Nederlandse politiek bestaat er alle ruimte voor een eigen mening. De argumenten worden op beschaafde wijze met elkaar gewisseld, waarbij wederzijds respect de norm is. Dat er niet op de man gespeeld wordt is natuurlijk vanzelfsprekend. Kortom: de verkiezingen in Futenland zijn niet anders dan een afspiegeling van de tijd waarin we als land nu zelf verkeren.





Hier zijn we getuige van eerste ontmoeting. Je ziet hoe ze elkaar schattend opnemen. Verdedigt hij straks het nest met zijn leven? Zal ze lief zijn voor de kinderen? Hij is een knapperd, maar zal hij me trouw blijven? Is ze straks, na maanden van broeden en opvoeden, nog even mooi? Niets menselijks is de Fuut vreemd, eigenlijk.





Op de achtergrond ligt een woonboot waar de zon op staat. Het geeft een fraaie kleuring aan het water.
 




De zon schijnt op de plas en ik heb er geen enkel vertrouwen in dat het harde licht een acceptabele foto gaat opleveren. Maar dit lijken dan toch wel kleuren die Rembrandt zou hebben gewaardeerd.





Aha, een mooi cadeau voor het meisje. Alle middelen worden in de strijd gegooid om maar een goede indruk te maken.





Dit lijkt al aardig te klikken.





Het zijn maar momentopnamen en de paartjes zijn nog niet definitief gevormd. Meermalen zag ik de (op het oog) geliefden binnen enkele minuten naar een ander lonken.





Jaja, hij doet zijn best. Dit is het 'admiraal zeilen' waarmee de toekomstige partner wordt geimponeerd. Een heel bijzonder gezicht dat ik graag nog een keer beter (veel beter!) zou willen vastleggen.





Toen togen we verder, op zoek naar een vogel die heel vogelend Nederland in zijn greep heeft: de Bruine Klauwier. Het beestje is (zover ik weet) nooit eerder in Nederland gesignaleerd en zijn plotse aanwezigheid in een stadspark zorgt voor grote commotie. Drie uur lang wachten we, drentelend en zoekend in het struweel, met nog een paar handenvol fotografen. De lokale bevolking informeert af en toe nieuwsgierig wat we aan het doen zijn.
De Bruine Klauwier woont ver oostelijk van ons; denk aan Siberië en omstreken. Hij zal dus wel spoedig vertrokken zijn.


En die wisenten? We moeten er heeeel dichtbij zijn geweest, maar het was al dermate laat dat we de zoektocht niet voltooiden. Er komt vast nog eens een gelegenheid.




vrijdag 17 februari 2017

Even iets moois nr. 274 - dagje vogelhut (2)

Vandaag op zoek gegaan naar de Europese Kanarie; die ook gevonden maar te ver voor een foto. Ook even op audiëntie bij een groep Pestvogels, maar het was inmiddels half vijf en dat leverde geen acceptabele foto's op. Dan nog maar wat van de vorige maand, een dagje in de vogelhut HBN nr. 7.




Niet zo moeilijk: de Koolmees. Zomer en winter fraai in de kleuren.





De gewone Vink. Mooi zo in de sneeuw.





De Glanskop. Een klein en uiterst beweeglijk bosvogeltje. Er bestaat ook een matkop en die ziet er op het oog exact hetzelfde uit. Gelukkig is hun roepje anders.





Aanwezig in elke tuin en zijn zang begint nu al: de Heggenmus.





De Kuifmees, een van de lolligste bosvogeltjes om te zien. Klein en snel zijn ze. Hij staat er mooi op met die harmonieuze achtergrond.





Dat zul je niet meemaken: een dagje in een vogelhut zonder de Grote Bonte Specht. Hoewel de middag al gevorderd was gaf hij toch nog even acte de présence.





De Boomklever. Vrij lastig te fotograferen omdat hij (wat mij betreft) maar één karakteristieke stand heeft: kop omlaag en nek in de bijna hernia stand. En soms wil die gewoon niet! Maar dit plaatje is toch wel errug fraai!



maandag 13 februari 2017

Even iets moois nr. 273 - Wintergasten

De afgelopen vogelvrije vrijdagen op jacht gegaan naar typische wintervogels. Erg koud gehad zo af en toe, maar de oogst maakte dat meer, veel meer dan goed. Van sommige plaatjes word ik warm, telkens als ik er naar kijk...





Aha, de Koperwiek. In een eerdere aflevering mopperde ik op een gebrek aan medewerking van deze fraaie lijster, maar deze deed even echt zijn best.





Een Waterral. Hij leidt een tamelijk geheimzinnig bestaan in het riet. In het voorjaar kun je van daaruit zijn kenmerkende gekrijs horen. 's Winters, wanneer ook het water tussen het riet is bevroren, verlaat hij zijn biotoop voor korte voedseltochtjes over het ijs. De winter is dan ook hét seizoen voor een aardig plaatje van deze verborgen levende vogel.





Uren speurden we de rietkragen af; twee vonden we er: Roerdompen. Deze liet zich van zeer nabij zien en vastleggen, zomaar langs de berm van een wegje met aardig wat verkeer. Altijd een feest, een ontmoeting met deze mysterieuze gast. En net als de waterral komt hij uit zijn dekking wanneer zijn woonomgeving bevroren is geraakt.





Hier een echte wintergast: de Kramsvogel. Vroeg in de winter hoorde en zag ik grote golven het land binnenkomen, die daarna vrij geruisloos ook weer verdwenen naar hun arctische thuislanden. Er zijn er nog wel, onder andere deze in eigen tuin.





In het land vertoeven momenteel enkele groepen Pestvogels. Meestal bezoeken ze jaarlijks ons land (als het tenminste te koud is in het noorden van Scandinavië en in Siberië) en ik was nu vastbesloten ze van dichtbij vast te leggen. Als extra uitdaging vond ik dat ik met een foto moest thuiskomen van een bes-etende vogel.





Schuw zijn ze niet. Kennelijk zijn ze niet zo gewend aan mensen, dus als je rustig doet zijn ze tot op enkele meters te benaderen. Hun gedrag is prettig voorspelbaar: ze hangen wat rond in een boom en dalen dan plots als groep af naar de bessenstruiken. Met een bakkes vol vliegen ze weer de boom in om het daar op het gemak op te peuzelen. Dat herhaalt zich ongeveer elke 20 minuten.





Bohemian Waxwing heet hij in het Engels. Da's een veel mooiere naam dan Pestvogel. Hij dankt die naam aan het feit dat hij hier alleen 's winters is en kennelijk was dat ook het jaargetij dat vroeger de pest kon uitbreken. Los van de naam: de Pestvogel is van een zeldzame schoonheid.





Als een ouwe nurkse vent zit een Blauwe Reiger in een boom, het ijs aan zijn snavel. Van hem mag het voorjaar worden...


zondag 5 februari 2017

Even iets moois nr. 272 - van gorzen en burgemeesters...

Ik besloot de afgelopen vogelvrije vrijdag eens een dagje te gaan twitchen, soorten jagen. Eigenlijk ben ik daar niet zo van, maar een aantal zeldzame schoonheden die in ons land waren gemeld trokken me toch over de streep. Dus: op naar Noordwijk! Daar werd al vele weken de dwerggors gezien. Na een ochtend zoeken, wachten, rond lopen en verder speuren moest ik het toegeven: ze waren er niet, óf we vonden ze gewoon niet. Dan maar door naar Scheveningen, want daar moest het helemaal feest zijn...





En feest wás het. Al een aantal dagen was daar een vijftiental burgemeesters aanwezig. Normaliter zie je er eens eentje per winter, maar nu bivakkeerde er een hele groep. We zien hier als voorste de Kleine, daarachter twee Grote Burgemeesters.





Een stuk of 30 fotografen lagen of zaten in het zand. Eentje was zo vriendelijk mij te wijzen op een voor mij nieuwe meeuwensoort: de Pontische Meeuw. Mooi, met die witte kop.





Op de voorgrond een Kleine, daarachter een Grote Burgemeester. De kleurverschillen hebben te maken met de leeftijd van de vogel. De Kleine is waarschijnlijk een juveniel van nog geen jaar oud, de Grote lijkt me een tweede winter.





Met dit soort plaatjes moet ik toch mijn opvatting fors bijstellen. Ik meende dat burgemeesters werkelijk de allersaaist gekleurde vogel was in het Nederlandse luchtruim, maar toch: ze hebben wel wat...





Dit plaatje bewijst het maar weer eens: het strand is niet gereserveerd voor Burgemeesters of fotografen. Strandwandelaars joegen met enige regelmaat de groep op, maar achter hun rug kwamen ze al weer snel terug.





En als het dan toch druk is op het strand, neem dan de storende factoren maar op in je compositie.





Hier nog een plaatje van een Kleine.





Bizar, zo'n aantal van deze forse vogels voor je lens. De spanwijdte kan oplopen tot zo'n 1,5 meter, en er was dan ook geen enkele meeuw (die toch niet bekend staat om zijn bescheidenheid) die ze hun buit dorst betwisten.





 Na anderhalf uur met mijn neus ongeveer op de grond (je wilt ze toch het liefst op ooghoogte) protesteerden spieren en gewrichten zo luid dat we toch maar vertrokken. Een schitterende belevenis rijker.





Maar goed, zouden we op de terugweg toch nog even langs Noordwijk? Jawel: de Dwerggors! We hoefden er niet naar te zoeken; een man of tien stond ingespannen in een struikje te turen en we konden zo aanschuiven.





Een klein, maar prachtig vogeltje maakte de bijzondere dag extra bijzonder!



woensdag 1 februari 2017

Even iets moois nr. 271 - dagje vogelhut (1)

Voor veel vogelfotografen een mooie gelegenheid om van dichtbij allerlei soorten vogels te fotograferen in een entourage die je deels kunt aanpassen naar je eigen smaak: huur een vogelhut. In dit geval de befaamde HBN nr. 7 op de Sallandse heuvelrug. De omgeving 'garandeert' een mooie collectie bosvogeltjes, met wellicht nog een plotselinge roofvogel. Maar het is en blijft natuur en je zult moeten afwachten. Dat doen we dan ook, bij een temperatuur van de hele dag onder 0...





De Kuifmees komt regelmatig langs, soms met twee of drie tegelijk. Nerveuze vogeltjes die bijna niet te 'vangen' zijn in de lens. De lichte achtergrond is een groepje verdorde dennen waar de middagzon op schijnt. Bijna altijd mooi: onderwerp in de schaduw, achtergrond in de zon! 





Ook al zo'n razendsnelle rakker: de Glanskop. Een echte bosvogel die je in het dorp niet tegenkomt.





Een altijd schuwe vogel laat zich heel even een klein beetje zien: de Grote Lijster. Het heeft vele jaren geduurd voor ik mijn eerste zag. Daarna zijn ze makkelijk te herkennen aan hun grote vliegbeeld en kenmerkende 'krrrrrrrrrrrrrrrr...'





Ik moet het maar gewoon toegeven: ik ben en blijf een beetje verliefd op de Roodborst. Op de een of andere manier is ie altijd fotogeniek, en met zijn donkere kraalogen heeft hij blijvend mijn sympathie.





Verdraaid, hij laat net zijn kop niet genoeg zien. Maar daardoor wordt wel duidelijk waaraan deze lijstersoort zijn naam ontleent: Koperwiek. Jammer dat hij niet even blijft om te poseren.





Vooruit, omdat ze zo schattig zijn: nog maar even een Kuifmees. En omdat het zo'n kunst is om ze vast te leggen.